EEN SCHOT IN DE ZON


 

Leuvense Schrijversaktie, (Leuvense Cahiers, nr. 96), Leuven, 1990
33 gedichten rond leven en werk van Vincent van Gogh

"...Deze gedichten hebben de wijde adem van het Provençaalse landschap. Hymnisch is hun tonaliteit. Ze zijn de poëtische neerslag van een reeds dertig jaar lange zoektocht naar het hart van de kunstenaar en naar de kern van diens werk, beide één in eenzelfde spanning tussen extase en wanhoop, explosie en sereniteit, transparantie en vertroebeling... Is de bundel geen gelegenheidswerk,omwille van een herdenking , dan komt hij wel zeer gelegen bij deze honderdste verjaardag van de dood van Van Gogh. Hij volgt het wisselende koloriet van zijn geest, van het aardkleurige humane uit de Brabantse periode, over het hartstochtelijke, waanzinnige geel uit Arles en Saint-Rémy, tot aan het intens melancholische blauw van Auvers-sur-Oise: "een heelal balancerend op de rand van de stilte". (J. Smeyers, flaptekst)
 

DE AVONDWANDELING

de avond bezwijkt aan nostalgie naar oneindigheid.
de zon heeft zich ondergedekt met wat aarde.
aan de einder vonkt het laatste vuurwerk van toetsen.
de olijfbomen trekken zich terug tussen hun wortels.

arm in arm gaan de geliefden en de kleuren.
zij bekoort met een japon van stuifmeelgeel, irisblauw
kleeft aan zijn kiel. ziel stijgt uit alle poriën op.
er is een subliem vlechtwerk tussen mens en maan.

huid, loof en lucht vloeien samen tot egaal groen.
zij waden door de adem van de aarde: twee vreemdelingen
in het huiveringwekkend heelal, die vluchten in elkaar.
cypressen kalligraferen het schriftteken voor dood.

in een vouw van de stilte kriepen hun krekels.
met een intiem gebaar imiteren zij onsterfelijkheid
om zo het leven te overleven. ginds in het verlichte asiel
gillen de gekke broeders, die roofvogel worden.
 

OP DE PUNT VAN DE PEN


"... Ook de vertwijfeling, de wanhoop, de ontroering, de waanzin en de weemoed die zo inherent zijn aan van Gogh krijgen in deze bundel hun welverdiende plaats.Wat hierbij belangrijk is, is dat de dichter in de huid van de schilder kruipt zodat hij hem beter kan beschrijven, beter kan begrijpen. Deze 'literaire mentaliteit' geeft de bundel een extra dimensie: de gedichten zijn als schilderijen, met een zeer persoonlijk tintje. We krijgen bijna het gevoel dat Meekers de schilder Van Gogh heeft gekend, en misschien is dat ook wel zo... Meekers heeft een manier van beschrijven gevonden die dermate typerend is voor het werk van Van Gogh, zodat de inhoud van de schilderijen en de manier waarop ze ons in taal worden gebracht een uiterst harmonisch geheel vormen. Net zoals je het werk van Van Gogh kan blijven bekijken, kan je ook deze bundel blijven herlezen. " (Suzanne Binnemans, Gierik/NVT)


"...In weidse picturale (vrije) verzen geeft hij beschrijvend zijn indrukken weer, door Vincents schilderijen op hem gemaakt. Een soort uren van bewondering. Of: als gedichten gedachte impressies, even uitbundig als de onderwerpen zelf." (Dries Janssen, Kruispunt)


"Mark Meekers graaft met Een schot in de zon dieper, omdat zijn bundel de vrucht is van een jarenlange omgang met en een zoektocht naar het wezen van de kunstenaar, zijn werk en zijn leefwereld, die hij ter plaatse is gaan verkennen. Zoals zijn vroegere poëzie is ook deze bundel hymnisch van karakter en wordt hij wel eens overwoekerd door barokke beelden. Het resultaat is echter meer dan bevredigend, want het is op zich al een gedurfde onderneming je te meten met zo'n haast onoverzichtelijk oeuvre." (Rudolf van de Perre, Vlaanderen)


" Naast zijn preoccupatie met de bijzonder complexe 'verhouding taal-oog' heeft hij -schilder zijnde- een uitgesproken belangstelling voor het fenomeen kleur. Een en ander maakt het bijna voor de hand liggend dat hij over 'beelden' zou dichten... Met passie, welhaast met wellust, heeft Meekers zich in zijn personage ingeleefd, er zich mee vereenzelvigd. Zoals Van Gogh boeken las op zoek naar de kunstenaar die ze schreef, zo las Meekers de schilderijen op zoek naar de schilder. Hij heeft 'le sentiment de la vie', het volle pond gegeven...  Eerder dan wat hij zag, een beeld, beschrijft hij wat hij voelt, een visie. In deze brede verzen heeft Mark Meekers zich ver verwijderd van de eenvoud die hij in de haiku van Bladspiegels betrachtte, maar hij heeft zijn (voor)beelden wel degelijk weten om te zetten en ze in taal kunnen verzelfstandigen: de gedichten zijn ook genietbaar voor wie de schilderijen niet kent. Hij heeft de gekozen stijl 528 regels weten vol te houden en aldus een hachelijke onderneming tot een goed einde gebracht." (Renaat Ramon, Kruispunt)


"... Mark Meekers sluit aan bij Van Gogh uit innerlijke affiniteit. Modern is de sterke reductie van het verhalende element, ten gunste van een pregnante wedijver in de extreme uitdrukking van een existentiële "grenssituatie". De gedichten stralen in het bewustzijn van de overvloed van het zijn en de  kracht van het scheppende gebaar... dezelfde gebalde kracht, dezelfde bezetenheid, een sombere gelatenheid als een nooit aflatend levensvuur. Welnu dit 'steeds opnieuw', dit 'immer wieder' van Rilke, menen we dus als grondtoon te hebben begrepen. De versstructuur blijft onveranderlijk vier kwatrijnen per gedicht, maar welk een verscheidenheid en improvisatie binnen dit vastgestelde patroon. Het gedicht zoekt reeds een ander in zichzelf. Deze spanning werkt als een boog: de woorden in hun sterke materialiteit worden signalen van geestelijke vervoering. De gedichten staan boordevol liefde. Elk vers op zichzelf is een wereld, en houdt de tijd tegen. Deze 'confrontatie' van dichter en schilder is uitgegroeid tot een gelijkaardigheid, een gelijkwaardigheid, een gelijke waardigheid." (Annie Reniers, Letters)

 

Opmerkingen, vragen of suggesties? Contacteer Mark Meekers / Marcel Rademakers
Laatst gewijzigd: 5 januari 2001