FEESTEN
VAN LICHT
Uitgeverij P, Leuven
1999
37 gedichten rond leven en werk van
Rembrandt
In zijn dertiende bundel
beschrijft Mark Meekers het avontuur van het schilderen, zoals Rembrandt
dat beleefde.
Zijn snedige kwatrijnen zijn echter
geen doublures van schilderijen in woorden, ze bouwen een nieuw en open
museum rond de werken van Rembrandt. Ze nodigen de bezoekende lezer uit
het werk van Rembrandt (en dus ook Meekers' werk) met een eigen inzicht
te helpen voltooien.
Het manuscript van Feesten van Licht
werd reeds met de Driejaarlijkse Blanka Gijselenprijs bekroond.
Deze bijzonder knappe bundel wordt met
zes werken van Rembrandt geïllustreerd.
HET JOODSE
BRUIDJE
hij schildert
met de vingers van een brand-
stichter: een
man uit edel metaal, een vrouw
van vuur. zij
luisterden lang naar elkaar
als naar een
bron, ruilden reeds hun ogen.
hij legt een
arm rond haar. hun gouden
eeuw vangt
aan. verjaagd de schaduw
die naar het
leven stond om dichter dan
nabij, bijna
nader dan naadloos te zijn.
zij leidt
zijn gebaar om de tuin van eden
naar haar boezem
af: twee handen eensgezind.
lust verbloemd
tot verlangen. hoelang duurt
hun eeuwigheid,
zijn heupen een bruidskist?
hoe rood,
grasrood moet een jurk zijn om
nooit te doven?
achter hun rug woelen
de aardkleuren,
neemt een struik de benen.
dood en liefde
zitten op elkaars schoot.
OP DE PUNT VAN DE PEN:
"Deze thematisch goed onderbouwde bundel
bestaat uit snedige kwatrijnen, die geen bijschriften zijn, geen verkaringen
vormen voor inmiddels wereldberoemde schilderijen. Meekers heldere gedichten
trekken de aandacht, ontroeren door een trefzeker en economisch woordgebruik
zonder versiering... Meekers beschrijft niet, hij gesticuleert met woorden.
Zijn taal tast af, gaat op ontdekking én meerwaarde uit , interpreteert
met een dubbele vakkennis, verzint en geeft bovendien zin én samenhang
aan dat hele rijke en bizarre leven buiten de lijsten van de schilderijen."
(Roger M.J.de Neef, juryrapport)
"Ronduit indrukwekkend vind ik Mark
Meekers' nieuwe bundel... De gedichten zijn genoemd naar doeken van Rembrandt
maar gaan veel verder dan het simpelweg beschrijven daarvan. Meekers slaagt
erin iets wezenlijks toe te voegen. Volledig in onderkast (ik heb daar
een zwak voor) weeft hij webben tussen vlammen en laat hij papavers vuurpelotons
vormen, ongeloof uit hoofden wenen en vrouwen licht opdweilen. Mark Meekers
streelt Rembrandts licht trefzeker over woorden uit. Een aanrader!" (
Bert Bevers, De houten gong, nr. 5)
"Deze bundel draait, wervelt, treilt
omtrent het licht (het eigenlijke hoofdthema), het zien, het vastleggen,
het eeuwigheid-worden van het ogenblik en maakt voor mij nog maar eens
duidelijk in welke mate Meekers een metafysisch dichter is, iemand die
goud zoekt en in weerwil van de postmodernistische penningmeesters niet
zwicht voor woorden als 'vlinder', 'ziel', en 'engel'... Ik ervaar deze
bundel als een goudmijn, ook bijvoorbeeld naar het onderwijs toe... Verder
ervaar ik bij Meekers classicisme, dat zich uit in wat ik evenwicht en
ook levenswijsheid zou durven noemen en waar een zekere eenvoud bij hoort,
maar ook 'gekunsteldheid' in zijn beste betekenis.Gedichten om dankbaar
voor te zijn, 'van goudglans geweven'." (Jacob Baert, Ambrozijn,
nr. 22)
"Hij gaat door zijn manier van werken
vooral clichés doorprikken. Hij gaat kijken wat er achter die barricaden
van vooroordelen en versleten gemeenplaatsen écht leeft... Dat
fascinerende licht is het grote onderwerp van deze bundel: Rembrandt het
medium. Wat hij doet, hoe hij tewerk gaat wordt wellicht het best samengevat
in de term 'intensivisme', die hij bedacht voor de werkwijze van de Lumen
Numenschil- ders.'Feesten van Licht' moet je savoureren, maar uiteindelijk
wat zijn woorden over gedichten waard?... Ik wil tot besluit nog één
citaat aanhalen, dit keer niet van Mark Meekers want dat kan hij moeilijk
over zijn eigen werk zeggen. Een vers van Péguy: 'Voici la pureté,
tout le reste est souillure'. (Johan van Cauwenberge, Concept, nr.1, 2000)
|