ONGENEESLIJK
FEEST
Uitgeverij Leuvense
Schrijversaktie, (Leuvense Cahiers nr. 78), Leuven, 1988
46 gedichten
IN HET ZWAKKER
ADEMEN VAN DE DAG
in het zwakker
ademen van de dag, verdampend koolzuurijs.
kathedralen
onder het puin van instortende idealen.
de maan uitgebloeid
aan het plafond, het kind in ons gewurgd.
in de windels
van wrede jaren. de gewrichten ontpind.
de kosmos
uit de kom. drenkeling tussen planeten. koude,
die alle woorden
heeft uitgekleed, alle waarden gekeeld.
de cocons van
de ogen gerafeld tot op de negatieven van
het beeld.
integriteit in taal verspeeld. TOTAAL-
weigeraar
van troost. antipode van gefarceerde goden.
een kamer kaalgeslagen
cultuur, met twee fazanten in
bronzen vleugelslag
bevroren als sculptuur. een vrouw, die
paart met mijn
skelet, bestrijdt de leegte met het kinderbed.
gestreeld
het brailleschrift van haar lichaamsvormen.
voel in de
vingers de bindende betekenis van haar tekst.
twijfel in
elke pupil geplant om tot inzicht te ontluiken:
alle dingen
geven uiteindelijk elkaar de hand. Licht licht de fuiken.
OP DE PUNT VAN DE PEN
"Met Mark Meekers komt een dichter aan
bod die... een heel eigen stem heeft en volkomen losstaat van de heersende
trends. Zijn gedichten zijn composities, die met meestal lichtende, beeldende
toetsen zijn opgebouwd, een bepaalde nervositeit of onrust verradend,
steeds verrassend en spits... Wellicht is het picturale een hoofdken-
merk van zijn hele werk, niet als ornament, maar als een kritische gevoeligheid
voor mens en wereld. Hij hersmelt het oude met het nieuwe, het ethische
met het esthetische, tot een klassieke vorm met postmodernistische elementen.
Mogen we hem als eerste 'postmodernist' in de 'Leuvense Cahiers' begroeten?"
(E. Van Itterbeek, Leuvense Letters)
"Maar Meekers is zeker een vakman, die
formeel goede gedichten schrijft. Gedichten waaruit zijn emoties in relatie
tot de buitenwereld sterk naar voren komen. Uit zijn poëtisch werk
spreekt een brede levensvisie, die heel eigenzinnig op een volgehouden
wijze en wars van elke traditie, wordt verwoord." (Joris Iven, juryrapport
Gerard Michielsprijs)
"Mark Meekers schrijft een rusteloze,
elementaire poëzie... in een sterk beeldende taal. Zijn poëzie
dient zich bij eerste lezing aan als een eruptie, een stroom van beelden,
de regels schijnen ook typografische van de ene bladzijde naar de andere
te stromen. Maar wie herleest (en dat loont de moeite) merkt hoe hecht
het allemaal in mekaar zit... Al bij al een geslaagde en waardevolle bundel
van een, geloof ik, ongeneeslijk dichter." (M.Vermeulen, Deus ex Machina)
een
"Je zit bij hem aan de feesttafel van
het woord, zoals zijn schilderijen een feest van uitwaaierend licht willen
zijn... De paradox komt alleszins nadrukkelijk terug in zijn werk zodat
zij veel meer moet zijn dan pose. De paradox is doodernstig. Hoe verrukkelijk
Meekers ook met woorden speelt, de dood loert steeds om de hoek...
Mark Meekers lezen is 'mee sterven aan
de droom eerder dan aan het hardhandige leven'. Zo functuioneert m.i.
ook poëzie. Het is de balsem op de nooit te stelpen wonde van onze
menselijke en existentiële tekorten. Het doet deugd een goed ruikende,
krachtige zalf te krijgen, voor de regelmatig opkomende levenspijn. Men
mag dit romantisch noemen. Zoals het feest dat is voor ongeneeslijke gasten.
Er wordt dan namelijk gefeest met een intensiteit alsof het leven ervan
afhangt." (K. Segers, Introductie)
"De poëzie van Mark Meekers vind
ik interessant. Zij is door en door Vlaams, exuberant, weelderig... Meekers
gedichten bestaan uit vier onberijmde kwatrijnen, waarbinnen de versregel
lang is. In die weelderige breedheid kan de volzin uitwaaieren, met al
zijn syntactische, metaforische en ritmische mogelijkheden. Ik hou van
tekst in een vers. Die intense stilering geeft kracht aan het vers...
Ik voor mijn part voel geen afkeer voor deze overdosis aan poëtische
zwier. Er is immers de luciditeit, de vaak gedurfd-moderne metaforisering
en vooral het vermogen om ondanks het falen het hoofd, de phrasen en de
idealen toch ja te zeggen tegen het bestaan, via de weg van het lichaam
en de medemenselijkheid. Waar lees je vandaag de dag nog zoiets hartverwarmends?"
(Jef Boven, Appel)
|